In Jekaterinenburg stappen we in wagon nummer 6, de plaatsen 15 (onder) en 16 (boven). We delen de coupé in eerste instantie met één Russische dame van zo vooraan in de 30 die geen woord over de grens spreekt en vooralsnog té schuchter is om contact te zoeken. Heb ik uiteraard al geprobeerd, maar er kwam niks uit. Wordt dus iets rustiger dan de 1e etappe schat ik zo in.
We krijgen een menukaart voorgelegd voor het ‘diner’. Eigenlijk hebben we al gegeten en zouden we in de restauratiewagen een salade of zo willen halen, maar we twijfelen er nu aan of die restauratiewagen er wel is. We bestellen maar.
De maaltijd die we krijgen is niet super, maar och hij vult. Ik denk dat als je een broodje van vandaag wilt, hebben, dat je dan volgende week moet terugkomen. Dat niveau zeg maar. Het lijkt een rondje van het huis te zijn, want er is nóóit iemand langsgekomen om af te rekenen. Dus … een gegeven paard mag je ook niet in de bek kijken. Ons hoor je niet klagen :-).
In de avond zoeken we alsnog de restauratiewagen op om een pilsje te drinken. Op weg naar het pilsje komen we een Deen tegen die blij is met iemand Engels te kunnen praten. Hij is in Denemarken op de trein gestapt en is onderweg naar Beijing. Hij zal in Omsk gaan uitstappen.
Na het pilsje gaan we terug naar de coupé en gaan we pitten. Vaag op de achtergrond hoor ik in de nacht nog iemand in onze coupé komen en in het nog lege bed gaan liggen. Hij gaat er in de ochtend in Omsk al weer uit.
In Omsk stoppen we 40 minuten en ik móet de trein uit. Van Omsk gaan we niet méér zien dan de achterkant van het station, maar ik hou me maar aan de gedachte van dat Drs. P. in 1974 al zong over deze stad in ‘De dodenrit’. Hij zong toen al ‘Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg ...´. Voor wie het niet kent én voor wie uit nostalgische overwegingen het nog eens wil zien, kijk dan hier op Youtube. Hij blijft bijzonder.
Tegen 12 uur meldt Paul zich weer. Dat lijkt heel wat tot 12 uur slapen, maar hij werd daarbij geholpen doordat we 2 tijdzones, dus 2 uur verder zijn gereisd. Terugrekenend naar het moment dat we in bed stapten, heeft ie dus tot 10 uur geslapen. Da´s om te doen :-).
Over het slapen in de trein gesproken: dat gaat best goed. Heel comfortabel is het niet, omdat het bedje érg smal is. Afgelopen nacht hebben we een stuk slecht spoor gehad, waarbij ook niet zo hard werd gereden en de trein bij voortduring heen en weer hobbelde. Voor de rest rijdt het wel prima. We hebben al eens met FlitsMeister gekeken en daarbij een snelheid vastgesteld van 100 à 110 kilometer per uur. Flitspalen waren er toen niet, aldus Paul :-).
Het leven in de coupé en wagon is betrekkelijk rustig. Je loopt eens wat naar de samovar (de waterkoker) om koffie of een soepje te maken of naar de wc te gaan. De gang op naar andere kant op leidt naar de vuilnisbak. Ook een prima wandel-doel.
De communicatie is mager, omdat het veelal Russen zijn die reizen. Hun Engels is niet bijster goed.
We hebben brood, vleeswaren, kaas en wat versnaperingen gekocht, dus zo af en toe wordt er eens gegeten.
De verdere activiteiten zijn wat lezen en natuurlijk dit verhaal schrijven. Ik heb Karin´s e-reader bij me met de boeken Europa van Geert Mak en Kameraad Baron van Jaap Scholten, Paul heeft het boek ‘rijke pa, arme pa’ gekocht en bij zich.
Als we een sprietje internet hebben even gauw mail checken en wat aan de site doen en daarna weer over tot de orde van de dag.
Op de stations waar we stoppen wordt eigenlijk altijd wel wat verkocht. In veel gevallen zijn dat mutsen en prullaria, bij het laatste station kwamen ze met gerookte vis langs.
Aangekomen in Novosibirsk worden we door Maxim van het station gehaald en door de avondspits naar onze homestay gebracht.
We krijgen een menukaart voorgelegd voor het ‘diner’. Eigenlijk hebben we al gegeten en zouden we in de restauratiewagen een salade of zo willen halen, maar we twijfelen er nu aan of die restauratiewagen er wel is. We bestellen maar.
De maaltijd die we krijgen is niet super, maar och hij vult. Ik denk dat als je een broodje van vandaag wilt, hebben, dat je dan volgende week moet terugkomen. Dat niveau zeg maar. Het lijkt een rondje van het huis te zijn, want er is nóóit iemand langsgekomen om af te rekenen. Dus … een gegeven paard mag je ook niet in de bek kijken. Ons hoor je niet klagen :-).
In de avond zoeken we alsnog de restauratiewagen op om een pilsje te drinken. Op weg naar het pilsje komen we een Deen tegen die blij is met iemand Engels te kunnen praten. Hij is in Denemarken op de trein gestapt en is onderweg naar Beijing. Hij zal in Omsk gaan uitstappen.
Na het pilsje gaan we terug naar de coupé en gaan we pitten. Vaag op de achtergrond hoor ik in de nacht nog iemand in onze coupé komen en in het nog lege bed gaan liggen. Hij gaat er in de ochtend in Omsk al weer uit.
In Omsk stoppen we 40 minuten en ik móet de trein uit. Van Omsk gaan we niet méér zien dan de achterkant van het station, maar ik hou me maar aan de gedachte van dat Drs. P. in 1974 al zong over deze stad in ‘De dodenrit’. Hij zong toen al ‘Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg ...´. Voor wie het niet kent én voor wie uit nostalgische overwegingen het nog eens wil zien, kijk dan hier op Youtube. Hij blijft bijzonder.
Tegen 12 uur meldt Paul zich weer. Dat lijkt heel wat tot 12 uur slapen, maar hij werd daarbij geholpen doordat we 2 tijdzones, dus 2 uur verder zijn gereisd. Terugrekenend naar het moment dat we in bed stapten, heeft ie dus tot 10 uur geslapen. Da´s om te doen :-).
Over het slapen in de trein gesproken: dat gaat best goed. Heel comfortabel is het niet, omdat het bedje érg smal is. Afgelopen nacht hebben we een stuk slecht spoor gehad, waarbij ook niet zo hard werd gereden en de trein bij voortduring heen en weer hobbelde. Voor de rest rijdt het wel prima. We hebben al eens met FlitsMeister gekeken en daarbij een snelheid vastgesteld van 100 à 110 kilometer per uur. Flitspalen waren er toen niet, aldus Paul :-).
Het leven in de coupé en wagon is betrekkelijk rustig. Je loopt eens wat naar de samovar (de waterkoker) om koffie of een soepje te maken of naar de wc te gaan. De gang op naar andere kant op leidt naar de vuilnisbak. Ook een prima wandel-doel.
De communicatie is mager, omdat het veelal Russen zijn die reizen. Hun Engels is niet bijster goed.
We hebben brood, vleeswaren, kaas en wat versnaperingen gekocht, dus zo af en toe wordt er eens gegeten.
De verdere activiteiten zijn wat lezen en natuurlijk dit verhaal schrijven. Ik heb Karin´s e-reader bij me met de boeken Europa van Geert Mak en Kameraad Baron van Jaap Scholten, Paul heeft het boek ‘rijke pa, arme pa’ gekocht en bij zich.
Als we een sprietje internet hebben even gauw mail checken en wat aan de site doen en daarna weer over tot de orde van de dag.
Op de stations waar we stoppen wordt eigenlijk altijd wel wat verkocht. In veel gevallen zijn dat mutsen en prullaria, bij het laatste station kwamen ze met gerookte vis langs.
Aangekomen in Novosibirsk worden we door Maxim van het station gehaald en door de avondspits naar onze homestay gebracht.
Rapporteer
Mijn reacties